Als aanvulling op de website https://www.boostamsterdam.nl/
Begin september hebben we een bezoek gebracht aan Boost in Amsterdam-Oost. We zijn enthousiast over de sfeer en de ruimtes voor allerlei bezigheden en activiteiten van taalles tot sport (een grote gymzaal), kapper, fietsenreparatie, bibliotheek met desktop computers, creatief, herstel kleding etc. Er zijn dagelijks rond de 100 bezoekers, nieuwkomers en anderen om te werken aan integratie perspectief en sociale cohesie en inclusie. Deze worden door vrijwilligers begeleid en er zijn verschillende vaste krachten. We kwamen vlak voor de lunch aan en ik heb daar een lekker bordje pasta meegegeten. Voor, tijdens en na het eten hebben we gesproken met de vrijwilligers Tanja, Frans, Simon, met de coördinator deelnemers Subhi, en met directeur Karin Arendsen. Wij hebben ook aan t Taalcafé meegedaan. Er waren 6 volle tafels met bij iedere tafel een taalcoach. Elke tafel voor een ander taalniveau. En wat het meest opvalt: een prima sfeer, heel gezellig en relaxed en tegelijk gefocused op activiteiten.
Wat is Boost in de kern?
Voor nieuwkomers: een landingsplek, een thuisbasis, een ontmoetingsplek met andere nieuwkomers en met autochtone Nederlanders, een plek waar je je kan ontwikkelen. Hoe is Boost ontstaan? En hoe heeft het zich ontwikkeld tot de maatschappelijke onderneming die het nu is (zie website)? Boost was in 2016 een initiatief van buurtbewoners in Amsterdam Oost, toen er veel Syriërs naar Nederland kwamen. Gastvrij Oost heette dat. Zij gingen activiteiten voor hun organiseren in de opvangplek van de Syriërs. Later kon men een leegstaand schoolgebouw gaan gebruiken. Inmiddels kwamen er al steeds meer asielzoekers en statushouders naar deze ontmoetingsplek en nam het aantal vrijwilligers toe. Er kwam wat subsidie van de gemeente. In 2018 kon Boost (zoals het initiatief inmiddels was gaan heten) zijn intrek nemen in het oude Buurthuis Transvaal dat al enige tijd leegstond.
Nu zit Boost nog steeds daar in de Transvaalbuurt in Amsterdam Oost. Elke week komen er een paar honderd deelnemers uit alle windstreken van Amsterdam en Zaandam. Naar schatting is de helft asielzoeker, wonend in een AZC. Veertig procent heeft al een status (verblijfsvergunning), waarvan
een flink deel nog geen woning heeft (dus nog in een AZC woont). En 10 procent is ongedocumenteerd. Zij komen vooral voor de taallessen en het taalcafé, maar ook voor de gezelligheid en het ontmoeten van anderen. Elke dag wordt om 12 uur een goedkope warme lunch geserveerd. Daarnaast is er en breed aanbod van andere cursussen of activiteiten: Engelse les, computerles in het bibliotheeklokaal, zaalvoetbal of volleybal in de grote gymzaal, waar ook drie keer per week fietsles voor vrouwen is (eerst binnen, daarna ook buiten, incl leren van de verkeersregels). Er is ook een fiets-makers ruimte in het gebouw, waar oude fietsen worden gebracht die je samen met een deskundige fietsenmaker zelf kan leren opknappen (Schept ’n band genaamd). Soms is er zelfs een kapper, die je knipt als je betaalt
wat je ervoor over hebt en wat je kan betalen. Het aantal en soort activiteiten hangt af van de vraag en van het aanbod. Het aanbod wordt bepaald door de vrijwillligers. In totaal zijn er ongeveer 200 vrijwilligers, waarvan 150 taalvrijwilligers (sommigen zijn gediplomeerd Nt2 docent). Sommige vrijwilligers komen gedurende bijvoorbeeld een jaar lang elke week één of meer keren om les te geven aan een klasje of om gezellig te praten in de
taalcafé’s. Maar er zijn ook vrijwilligers die bijvoorbeeld 10 keer een creatieve workshop geven, of die af en toe komen voor de fietsreparatie. Andere vrijwilligers werken in de keuken, of in het onderhoud van het gebouw.
Hoe is Boost van dat enthousiaste vrijwilligersinitiatief uitgegroeid tot deze zeer brede ontmoetings- en ontwikkelingsplek? Directeur Karin Andersen vertelt: Dat is met horten en stoten gegaan. Essentieel was natuurlijk dat er onder de initiatiefnemers veel enthousiasme en momentum was om
mee te doen. En er waren een paar stevige kartrekkers. Sommigen van hun wisten weggetjes te vinden naar steun en een beetje geld van de gemeente. Op zeker moment is dat wel de redding geweest, anders was het hele initiatief misschien doodgebloed en hadden we nooit kunnen komen waar we nu zijn. Later hebben we ook veel geleerd van onze deelname aan het Groeiprogramma Oranje Initiatieven, vooral om onze organisatie professioneler en duurzamer te maken. Heel belangrijk was, dat we in 2018 in dit ex-buurthuis terecht konden, dat gerenoveerd moest worden. Daarom konden wij er met een bruikleen overeenkomst in (dus zonder huur te betalen). Binnenkort start de renovatie. Daarna moeten we wel huur gaan betalen. Maar gelukkig kunnen we hier wel blijven, want een eigen locatie is enorm belangrijk om al dergelijke activiteiten aan te kunnen bieden, als een flexibel dagprogramma. Sommige AZC-bewoners komen hier een paar keer per week, met de fiets. Je kan hier ’s ochtends een taalklas volgen, dan hier gezellig lunchen met lotgenoten en vrijwilligers en ’s middags nog een andere workshop volgen of een taalcafé.
Hoe is Boost georganiseerd?
Boost is een zelfstandige organisatie, werkt dus niet regulier samen met het Coa maar heeft daar wel goed contact mee als dat nodig is. Boost krijgt subsidie van de gemeente en van een paar sociale fondsen. De leiding is in handen van de directeur en een programma-manager. Die laatste werkt samen met drie coördinatoren. De deelnemers-coördinator, de vrijwilligers-coördonator en een speciale taalcoördinator. Subhi is deelnemerscoördinator. Hij is hier zelf ook ooit deelnemer geweest, woonde toen in AZC Osdorp en kwam hier soms elke dag. Daarna is hij actief geworden als vrijwilliger en nu werkt hij bij Boost. Met elke nieuwe deelnemer heeft hij een gesprek, over zijn/haar wensen. Mensen mogen natuurlijk gewoon binnenlopen in het café beneden. Maar Subhi ziet wie er nieuw is en begint dan een gesprek. Ook houdt hij eens in de week spreekuur. Aan werving hoeven ze bij Boost niks te doen. Dat gaat allemaal via mond-op-mond reclame. Mensen vertellen aan elkaar door wat hier allemaal te doen valt. De samenstelling van de deelnemers is wel veranderd vergeleken met vroeger. Tien jaar geleden waren
veel van die Syriërs hoogopgeleid. Dat is nu vaak anders. Bovendien komen de deelnemers nu uit meer verschillende landen. Ook zitten statushouders nu veel langer nog in een AZC, omdat ze nog wachten op een huis. Vroeger kwamen er hier meer statushouders die al een huis hadden. Dan bleven
ze dus toch wel een tijdje komen. Dat is natuurlijk een goed teken, maar het aanbod van Boost in vooral bedoeld voor de eerste (vijf?) jaar dat een asielzoeker in Nederland is. Zorgt Boost ook voor een goede verstandhouding tussen nieuwkomers en oude bewoners? Boost is er primair voor de nieuwkomers. Die komen niet alleen uit de buurt, maar uit de hele stad.
Toch zijn er ook wel wat van oorsprong Nederlandse mensen die meedoen aan sport- en kunst- activiteiten, of aan de lessen Engels of Arabisch. En de samenwerking tussen nieuwkomers en vrijwilligers is natuurlijk ook een vorm van ontmoeting en uitwisseling. Samen aan de slag. Dat zorgt voor wederzijds begrip en is nog leuk ook.
Gerda Andriesma
Folkert Catz
